Een cello is er in allerlei maten. Vanaf een 1/8 tot een 4/4 en zal dus helemaal aangepast worden aan de leerling. Sommige volwassenen zijn niet groot en kunnen ook op een 7/8 cello spelen. Het is aan te raden een kleine cello te huren bij een vioolbouwer, als het kind groeit, groeit de cello ook mee, dus is het onlogisch om er steeds eentje te kopen. Het huren van een cello kost meestal rond de 25 euro per maand. Meestal als de leerling 12 jaar is en de hand groot genoeg is, zou men een cello ook kunnen kopen bij een vioolbouwer. Een goede cello is er vanaf ongeveer 2000 euro. Een oud en handgemaakt instrument is vanzelfsprekend duurder. De verschillen in cello’s zijn enorm. Iedere cello heeft een eigen karakter. De keuze voor een bepaalde cello is dan ook heel persoonlijk en kan een hele zoektocht zijn. Uiteraard ga ik als docent dan mee er een uitzoeken. Ook is een goede strijkstok van belang, even belangrijk als het instrument zelf. De vier snaren van de cello zijn C-G-d-a. Je bespeelt de snaren met een strijkstok bespannen met paardenhaar, maar je kunt ze ook tokkelen als bij een gitaar of contrabas. Om verschillende tonen te maken druk je met de vingers van de linkerhand de snaar in zodat de lengte van de snaar die in trilling is, verandert. Hoe langer de snaar die trilt, hoe langer de toon. De cello is een belangrijk begeleidend instrument in orkesten en ensembles. Maar er zijn ook prachtige concerten geschreven voor cello en orkest, muziek voor cello solo en cello ensemble, of in combinatie met andere instrumenten. Er wordt nu nog steeds muziek gecomponeerd voor cello. Klassieke muziek, maar zeker ook pop. Maar ook tango, folkmuziek of jazz en improvisatie klinken prachtig op een cello. In de celloles is klassieke muziek de basis, met uitstapjes naar andere stijlen